Welke bandenspanning is juist voor je motor?

Rij motoren op een rij voor bandenspanning
MOTORbeurs Utrecht
MOTORbeurs Utrecht
03 november 2025
3 min

Als je net begint met motorrijden, denk je misschien vooral aan leren schakelen, je bochten aansnijden en de kick van die eerste ritten. Logisch. Maar er is één ding waar elke motorrijder altijd scherp op moet zijn: de bandenspanning.
Te zacht? Dan verlies je grip en slijten je banden sneller. Te hard? Dan voelt je motor stug aan en heb je minder contact met de weg. Niet ideaal als je lekker ontspannen of juist sportief wilt rijden.

Daarom is het slim om te weten hoeveel bar je banden nodig hebben, hoe vaak je dat checkt, en wanneer je het best kunt meten. Zo haal je niet alleen meer uit je motor, maar rijd je ook veiliger én comfortabeler.

De optimale bandenspanning voor je motor

Er is niet één standaard bandenspanning die voor elke motor geldt. De juiste waarde hangt af van het type motor dat je rijdt, het soort banden dat je hebt en hoe zwaar je beladen bent. Toch zijn er wel richtlijnen.

Gemiddeld zit je met 2,3 bar voor de voorband en 2,7 bar voor de achterband meestal goed. Maar dat zijn echt slechts gemiddelden. De juiste spanning voor jouw motor vind je in het instructieboekje of op een sticker, bijvoorbeeld op de achterbrug of bij het balhoofd.
Ook het type motor maakt uit. Een sportmotor vraagt vaak om andere waardes dan een toermachine of een allroad. En rijd je met duo of bagage? Dan mag je de bandenspanning gerust iets verhogen voor extra stabiliteit.

Belangrijk is dat je niet zomaar denkt: “meer lucht is beter.” Met een te hoge spanning voelt je motor nerveus aan en verlies je grip in de bochten. Bij een te lage spanning worden je banden juist te zacht, slijten ze sneller en stuurt je motor minder strak.
Zorg er dus voor dat je weet wat jouw motorfabrikant aanraadt en stem je bandenspanning daarop af. Zo rijd je comfortabel, houd je controle en gaan je banden langer mee.
Wil je zelf aan de slag met onderhoud? Lees dan ook het artikel over zelf je motor onderhouden.

Hoe vaak controleer je de bandenspanning van je motor?

Vaker dan je denkt. Motorbanden reageren direct op drukverschillen en dat merk je meteen tijdens het rijden. Controleer je bandenspanning minimaal eens per twee weken. Ga je een langere rit maken? Check dan altijd even van tevoren. Rij je veel of dagelijks? Dan is wekelijks controleren slim. Ook bij grote temperatuurverschillen, zoals na een koude nacht of op een warme zomerdag, is het verstandig om te meten.

Een snelle controle voorkomt verrassingen onderweg. Zeker als je nog weinig ervaring hebt, is het fijn om met vertrouwen op pad te gaan. Hoe eerder je van bandenspanning controleren een gewoonte maakt, hoe beter je motor aanvoelt en hoe makkelijker je afwijkingen herkent.

Wanneer meet je het best je bandenspanning?

Je meet de bandenspanning het best als de banden koud zijn. Dus voordat je gaat rijden, en bij voorkeur nadat de motor een paar uur stil heeft gestaan. Zodra je onderweg bent warmen de banden op en stijgt de druk. Meet je na een rit, dan lijkt de spanning misschien goed, terwijl die in koude toestand eigenlijk te laag is.
Sta je toch bij een pompstation na het rijden? Wacht dan even of vul iets minder bij dan het advies aangeeft. Zo voorkom je dat je uiteindelijk met te harde banden rijdt. Maar het blijft het beste om de spanning te meten voordat je opstapt. Een digitale bandenspanningsmeter is handig en vaak nauwkeuriger dan de apparatuur bij het tankstation. Je kunt er thuis mee aan de slag, of hem meenemen als je veel onderweg bent.

Als je op het juiste moment meet, weet je zeker dat je spanning klopt en kun je met een gerust gevoel op pad. Zijn je banden aan vervanging toe? Bekijk dan het stappenplan in het artikel Banden vervangen? Zo doe je dat.