Let op: dit artikel is bedoeld voor beginnende motorrijders die meer willen leren over basisonderhoud. Voor geavanceerde ingrepen of specifieke modellen raden we aan om advies te vragen bij een specialist.
Goed onderhoud van je motor is onmisbaar. Gelukkig hoef je daarvoor niet altijd naar een monteur. Of je nou net bent begonnen met motorrijden of al jaren droomt van je eigen machine: zelf je motor onderhouden is makkelijker dan je denkt.
In dit artikel nemen we je stap voor stap mee langs de belangrijkste onderdelen van je motor. Van banden tot remmen en van olie tot luchtfilter – we leggen uit wat je moet controleren, hoe vaak je dat doet en hoe je het aanpakt. Praktisch, begrijpelijk en direct toepasbaar.
Banden onderhouden
Je banden zijn letterlijk je enige contact met het asfalt, dus daar wil je 100% op kunnen vertrouwen. Regelmatig checken dus! Begin met het controleren van het profiel. De wettelijke minimale profieldiepte in Nederland is 1 mm, maar vervang ze liever bij 2 mm voor optimale grip, zeker bij nat wegdek. Kijk ook goed naar droogtescheurtjes aan de zijkanten – vooral als je motor een tijdje stil heeft gestaan.
Ook de bandenspanning verdient aandacht. Check de spanning met een betrouwbare spanningsmeter (liefst koud, dus vóór je gaat rijden) en houd je aan de fabriekswaarden – die vind je meestal op een sticker bij het balhoofd of in je handleiding. Kleine moeite, groot verschil in rijcomfort én veiligheid.
Remmen onderhouden
Je kunt zelf veel doen om je remsysteem in topvorm te houden. Begin met het controleren van je remblokken. Kijk of er nog voldoende materiaal op zit (minimaal 2 mm), en luister tijdens het rijden of je geen schurend geluid hoort bij het remmen – dat is vaak een teken dat ze versleten zijn.
Remvloeistof is minstens zo belangrijk. Te oude of vervuilde remvloeistof kan zorgen voor een ‘sponsachtig’ remgevoel. Check daarom regelmatig het vloeistofniveau in het reservoir (meestal bij het stuur of onder het zadel) en kijk of de vloeistof nog helder is. Donkerbruine of bijna zwarte vloeistof? Dan is het tijd om te verversen – laat dit bij twijfel door een specialist doen, want lucht in het systeem is een no-go.
Accu onderhouden
Niets zo frustrerend als een motor die niet wil starten, en negen van de tien keer ligt dat aan de accu. Gelukkig kun je problemen vaak voorkomen met een paar simpele checks. Controleer regelmatig de spanning van je accu met een multimeter. Een gezonde accu levert rond de 12,7 volt in rust en rond de 14 volt als de motor draait. Zit je daar ver onder? Dan is het tijd om ‘m op te laden of te vervangen.
Staat je motor langere tijd stil, bijvoorbeeld in de winter? Sluit dan een onderhoudslader aan. Zo blijft de accu in conditie en voorkom je dat ‘ie compleet leegloopt. Let ook op oxidatie bij de accupolen – dat herken je aan witte of groene aanslag. Even schoonmaken met een borstel en wat zuurvrije vaseline erop, en je bent weer good to go.
Vering onderhouden
De vering van je motor bepaalt in grote mate het rijcomfort én de stabiliteit in bochten. Toch wordt dit onderdeel vaak over het hoofd gezien. Begin met een visuele check: zie je olie lekken bij je voorvork of achterdemper? Dan is er werk aan de winkel. Lekkende keerringen kunnen zorgen voor een onvoorspelbaar rijgedrag – en dat wil je niet.
Verder kun je zelf de veervoorspanning aanpassen aan je gewicht en rijstijl. Op veel motoren zit hier een stelknop voor, meestal bij de achtervering. Rijd je vaak met bagage of een passagier? Dan mag de vering iets strakker. Ben je een lichtgewicht solo-rijder? Dan is een zachtere instelling comfortabeler. Merk je tijdens het rijden dat je motor ‘duikt’ bij het remmen of onrustig aanvoelt in bochten? Dan is het slim om je vering eens goed af te (laten) stellen.
Verlichting onderhouden
Lampen kun je vaak zelf prima vervangen. Zorg dat je een setje reservelampen in je garage (of topkoffer) hebt liggen – handig als het nodig is. Let bij het vervangen wel op: raak het glas van halogeenlampen niet met je vingers aan, want dat kan de levensduur verkorten. LED-verlichting? Die gaat veel langer mee, maar controleer alsnog regelmatig of alles goed werkt. Sluit tot slot de stekkertjes en kabels goed aan, zodat je onderweg niet ineens in het donker staat.
Olie verversen
Motorolie is letterlijk de levensader van je motorblok. Het smeert, koelt en beschermt de interne onderdelen tegen slijtage. Daarom is het belangrijk om op tijd je olie te verversen – meestal om de 5.000 tot 10.000 km, afhankelijk van je motor en rijstijl. Check altijd je handleiding of vraag het na bij je dealer.
Zelf olie verversen is goed te doen als je een beetje handig bent. Je hebt nodig: de juiste motorolie, een nieuwe oliefilter, een carterplugring en een opvangbak. Warm de motor kort op (dan stroomt de olie makkelijker weg), draai de carterplug los en laat de oude olie uitlekken. Vervang de filter, monteer de plug met nieuwe ring en vul met verse olie tot het juiste peil. Daarna even starten en checken of er geen lekkage is. Klaar!
Let op: gebruik altijd de juiste soort olie, want motoren zijn daar gevoelig voor. En gooi de oude olie netjes weg bij een milieustraat – da’s niet alleen netjes, maar ook verplicht.
Ketting smeren
Een goed gesmeerde ketting zorgt voor soepele overbrenging én een langere levensduur van je aandrijflijn. En het mooie is: dit klusje is makkelijk zelf te doen. Maak er een gewoonte van om elke 500 tot 1.000 km je ketting te smeren, of na een rit door regen of modder. Gebruik speciale kettingspray – geen WD-40 of motorolie – en smeer de ketting bij voorkeur na een rit, als deze nog warm is.
Zet je motor op de middenbok of paddockstand, draai het achterwiel langzaam rond en spuit de spray op de binnenkant van de ketting (bij de schakels). Laat het even intrekken en veeg overtollig vet weg met een doek.
En dan nog iets belangrijks: de spanning van je ketting. Een te losse ketting kan slaan en een te strakke ketting veroorzaakt onnodige slijtage. Check de doorhang (meestal 2 à 3 cm midden tussen voortand- en achtertandwiel) en stel zo nodig bij via de kettingspanners aan het achterwiel. Staat er een merkteken op de arm? Gebruik die om links en rechts gelijk af te stellen. Easy!
Koeling
Je motorblok levert flink wat vermogen en dat betekent: hitte. Daarom is een goed werkend koelsysteem onmisbaar, vooral bij warm weer of filerijden. De meeste motoren zijn watergekoeld (sommige luchtgekoeld), en als jouw motor een radiateur heeft, kun je zelf een aantal checks doen.
Begin met het controleren van het koelvloeistofniveau. Dit doe je bij het expansiereservoir, meestal ergens onder de tank of bij het frame. Het vloeistofpeil moet tussen ‘min’ en ‘max’ staan. Te weinig koelvloeistof? Vul bij met het juiste type (vaak G12 of G13, check je handleiding!) – nooit zomaar water gebruiken. Let op: open het systeem nooit als de motor heet is, dat kan gevaarlijk zijn.
Check ook visueel of er geen lekkages zijn bij de slangen of onder de radiateur. Zie je vlekken of ruik je een zoetige geur? Dan heb je mogelijk een lekkage. In dat geval: even langs de specialist.
Luchtfilter
Een schoon luchtfilter is net zo belangrijk als goede olie – het zorgt ervoor dat je motor voldoende frisse lucht krijgt om efficiënt te draaien. Is je luchtfilter verstopt met stof, zand of insecten? Dan gaat je motor minder goed presteren, verbruikt hij meer brandstof en klinkt hij vaak wat rauwer.
Afhankelijk van je motor en het type filter (papier, schuim of sportfilter) kun je het luchtfilter schoonmaken of vervangen. Papierfilters vervang je meestal gewoon, schuimfilters kun je vaak uitspoelen en opnieuw oliën. Kijk in je handleiding waar het filter zit – soms onder het zadel, soms onder de tank – en controleer het minstens één keer per seizoen. Rij je veel offroad of in stoffige omstandigheden? Dan wat vaker checken.
Een fris luchtfilter betekent betere prestaties en een gezonder motorblok. Kleine moeite, groot plezier.
Aandrijfriem
Niet elke motor heeft er een, maar als jouw bike met een aandrijfriem is uitgerust (zoals veel Harley-Davidsons en enkele BMW’s), dan vraagt ook die om regelmatig onderhoud. Het voordeel van een riem is dat hij stiller, schoner en onderhoudsarmer is dan een ketting – maar dat betekent niet dat je ’m helemaal kunt vergeten.
Controleer regelmatig de spanning van de riem. Die moet strak staan, maar niet als een snaar – er hoort meestal een lichte doorbuiging in te zitten (check je handleiding voor het juiste aantal millimeters). Sommige motoren hebben een indicator of meetgereedschap voor de spanning.
Let ook op slijtage: scheurtjes, rafels of kleine steentjes in het rubber zijn signalen dat de riem aan vervanging toe is. Maak de riem schoon met een zachte borstel of doek – geen vet of olie gebruiken, want dat tast het rubber aan.
Een goed onderhouden aandrijfriem gaat makkelijk 30.000 km of meer mee. Even checken dus bij je volgende inspectie.
Zelf motor onderhouden: meer controle, meer plezier
Zelf je motor onderhouden is niet alleen goed voor je portemonnee, maar vooral ook voor je rijplezier. Hoe beter je je eigen machine kent, hoe meer vertrouwen je hebt onderweg. Of je nou net bent begonnen met lessen of al jaren droomt van je eigen motor – met deze onderhoudstips kun je zelf al flink wat doen om je motor in topconditie te houden.
Houd een eenvoudig onderhoudsschema bij, bijvoorbeeld per seizoen of per aantal gereden kilometers. Zo voorkom je verrassingen en leer je stap voor stap wat jouw motor nodig heeft. Kom je er niet uit? Vraag gerust advies aan je rijschool, dealer of mederijders – motorrijders helpen elkaar graag.